Verbind je met ons

EU

#Antitrust: Commissie boetes Litouwse Spoorwegen € 28 miljoen voor het belemmeren van de concurrentie op de spoorwegvrachtmarkt

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

De Europese Commissie heeft de Litouwse spoorwegen (Lietuvos geležinkeliai) een boete van € 27,873,000 opgelegd wegens het belemmeren van de concurrentie op de markt voor goederenvervoer per spoor, in strijd met de EU-antitrustregels, door het verwijderen van een spoorlijn die Litouwen en Letland verbindt.

Commissaris Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid, zei: "De Litouwse spoorwegen hebben hun controle over de nationale spoorweginfrastructuur gebruikt om concurrenten in de spoorvervoersector te bestraffen. De Europese Unie heeft behoefte aan een goed functionerende markt voor goederenvervoer per spoor. Het is onaanvaardbaar en ongekend dat een bedrijf ontmantelt een openbare spoorweginfrastructuur om zichzelf tegen concurrentie te beschermen."

Litouwse Spoorwegen is de gevestigde staatsspoorwegmaatschappij in Litouwen. Het bedrijf is verticaal geïntegreerd, wat betekent dat het verantwoordelijk is voor zowel de spoorinfrastructuur als het spoorvervoer.

AB Orlen Lietuva (Orlen) is een volledige dochteronderneming van PKN Orlen, een Poolse oliemaatschappij.

In 2008 overwoog Orlen, een grote commerciële klant van de Litouwse Spoorwegen, om zijn vracht van Litouwen naar Letland te verleggen door gebruik te maken van de diensten van een andere spoorwegmaatschappij. In oktober 2008 ontmantelde de Litouwse spoorwegen een 19 km lang stuk spoor dat Litouwen en Letland verbond, vlakbij de raffinaderij van Orlen. Door het verwijderen van het spoor zou Orlen een veel langere route moeten gebruiken om Letland te bereiken. Sindsdien is het gedemonteerde spoor niet meer herbouwd.

afbeelding NL

Uit het onderzoek van de Commissie bleek dat deze acties de concurrentie op de markt voor goederenvervoer per spoor belemmerden doordat ze een grote klant van de Litouwse spoorwegen ervan weerhielden gebruik te maken van de diensten van een andere spoorwegexploitant. De Litouwse spoorwegen konden geen enkele objectieve rechtvaardiging voor de verwijdering van het spoor aantonen. Dergelijk gedrag is in strijd met artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat misbruik van een dominante marktpositie verbiedt.

advertentie

De EU-markt voor goederenvervoer per spoor werd in 2007 geliberaliseerd. Sindsdien heeft de Commissie gewerkt aan de voltooiing van de interne markt voor spoorwegdiensten, onder meer door te zorgen voor een onafhankelijk beheer van de spoorweginfrastructuur en door investeringen te bevorderen in sporen die de lidstaten met elkaar verbinden. In deze context is de handhaving van de EU-mededingingsregels belangrijk om ervoor te zorgen dat regelgevende belemmeringen niet worden vervangen door concurrentiebeperkend gedrag van dominante spoorwegmaatschappijen, waardoor de EU haar uiteindelijke doelstellingen op het gebied van het spoorvervoer niet zou kunnen verwezenlijken.

boetes

De boetes zijn vastgesteld op basis van de Richtsnoeren boetes van de Commissie uit 2006 (zien pers en vrijgeven MEMO). Wat de hoogte van de boete betreft, heeft de Commissie met name rekening gehouden met de waarde van de verkopen in verband met de inbreuk, de ernst van de inbreuk en de duur ervan.

Naast het opleggen van een boete verplicht de beschikking van de Commissie de Litouwse Spoorwegen om een ​​einde te maken aan de inbreuk en zich te onthouden van elke maatregel die hetzelfde of een gelijkwaardig doel of gevolg heeft.

Achtergrond

Artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) verbiedt misbruik van een dominante marktpositie die de handel tussen EU-lidstaten kan beïnvloeden en de concurrentie kan verhinderen of beperken. De antitrustverordening (Verordening nr 1 / 2003 Raad) zet uiteen hoe de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten deze bepaling toepassen.

Na een klacht van Orlen ging de Commissie tot actie over inspecties in het pand van Lietuvos geležinkeliai in 2011 en geopend formele antitrustprocedures in maart 2013. De Commissie stuurde een Verklaring van bezwaar aan het bedrijf in januari 2015.

Meer informatie vindt u onder het zaaknummer 39813 in het openbare zaakregister van de Commissie concurrentie website zodra eventuele vertrouwelijkheidsproblemen zijn opgelost. Een periodieke compilatie van antitrustnieuws is beschikbaar in de Competitie wekelijks nieuwsoverzicht.

Vordering tot schadevergoeding

Elke persoon of onderneming die wordt getroffen door concurrentieverstorend gedrag zoals beschreven in deze zaak, kan de zaak voor de rechtbanken van de lidstaten brengen en schadevergoeding eisen. De jurisprudentie van het Hof en Verordening nr. 1/2003 van de Raad bevestigen beide dat in zaken voor nationale rechtbanken een besluit van de Commissie een bindend bewijs vormt dat het gedrag heeft plaatsgevonden en onwettig was. Ook al heeft de Commissie de betrokken bedrijven een boete opgelegd, toch kan schadevergoeding worden toegekend zonder dat deze op grond van de boete van de Commissie wordt verminderd.

De Antitrust Schade richtlijn, dat de lidstaten uiterlijk 27 december 2016 in hun rechtsstelsels moesten implementeren, staat er gemakkelijker voor de slachtoffers van concurrentiebeperkende praktijken om schadevergoeding te verkrijgen. Meer informatie over schadeclaims in antitrustzaken, waaronder een praktische handleiding over hoe te antitrust schade te kwantificeren, is beschikbaar hier.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending