Verbind je met ons

EU

Onderzoek van #Ombudsman stelt vast dat #EBA de verhuizing van de uitvoerende directeur naar de lobbygroep had moeten verbieden

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

De Europese ombudsman Emily O'Reilly heeft vastgesteld dat de Europese Bankautoriteit (EBA) haar voormalig uitvoerend directeur niet had mogen toestaan ​​CEO te worden van een financiële lobbyorganisatie. De Ombudsman vond ook dat de EBA niet onmiddellijk voldoende interne waarborgen had getroffen om haar vertrouwelijke informatie te beschermen toen de geplande verhuizing duidelijk werd.

De twee vaststellingen van wanbeheer volgde op een onderzoek - gebaseerd op een klacht - naar het besluit van de EBA om haar voormalig uitvoerend directeur toe te staan ​​CEO te worden van de Association for Financial Markets in Europe (AFME).

“De EBA is ontstaan ​​uit de as van de financiële crash van 2008 – een crisis die deels werd veroorzaakt door falende regelgeving en de zogenaamde 'regulatory capture' door de financiële sector. Door de voormalige uitvoerend directeur toe te staan ​​lid te worden van een grote financiële lobbyorganisatie, riskeerde de EBA een van de belangrijkste regelgevingsproblemen te bestendigen die ze moest oplossen.

“De zogenaamde 'draaideur'-uitdaging is voor veel overheidsdiensten moeilijk. Er is een fundamenteel recht op werk, maar het is een recht dat kan worden gekwalificeerd door rekening te houden met de belangen van het grote publiek. Dat belang wordt niet altijd voldoende begrepen of wordt gebagatelliseerd. EU-instellingen moeten echter altijd de hoogste normen handhaven en draaideurzaken beoordelen in termen van bescherming van dat bredere publieke belang.

“Deze zaak betrof de uitvoerend directeur van een EU-agentschap, dat belast is met het bedenken van regels voor het reguleren van en toezicht houden op Europese banken, die overstapte naar een lobbygroep die de financiële groothandelssector vertegenwoordigt. Het is duidelijk dat deze groep het opstellen van die regels in het voordeel van haar leden wil beïnvloeden. Als deze verhuizing geen rechtvaardiging zou zijn voor het gebruik van de wettelijke mogelijkheid, voorzien door de EU-wetgeving, om iemand te verbieden om naar een dergelijke functie over te stappen, dan zou geen enkele verhuizing dat doen. zei mevrouw O'Reilly.

“Het 'recht op werk' is belangrijk, maar moet worden geïnterpreteerd in overeenstemming met het recht van het publiek om te vertrouwen in het EU-bankentoezicht en het recht op een administratie volgens de hoogste normen, met name als het gaat om degenen die hogere functies bekleden of hebben bekleed. Nu we een nieuwe wereldwijde economische crisis ingaan, is er meer dan ooit behoefte aan bescherming van het algemeen belang, en de EBA zou daarbij voorop moeten lopen. Overheidsinstanties kunnen zichzelf niet permitteren om proxy-recruiters te worden voor de sectoren die ze reguleren.

“De EU heeft in veel opzichten strengere beperkingen dan veel lidstaten op dit gebied, maar vooral de EU moet altijd haar uiterste best doen om de hoogste normen te handhaven.” aldus de ombudsman.

advertentie

Het onderzoek

Op basis van het onderzoek en een inspectie van relevante EBA-documenten concludeerde de Ombudsman dat, hoewel de EBA uitgebreide beperkingen had gekoppeld aan haar goedkeuring van de nieuwe functie van de voormalige uitvoerend directeur bij AFME, de EBA niet in een positie verkeert om effectief te controleren hoe deze worden uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek ook dat, hoewel de EBA op 1 augustus 2019 op de hoogte was gebracht van de functiewijziging, haar vertrekkende uitvoerend directeur tot 23 september 2019 toegang had tot vertrouwelijke informatie.

De ombudsman maakte drie aanbevelingen versterken hoe de EBA omgaat met dergelijke toekomstige situaties. Dit zijn:

1. Voor de toekomst, de De EBA moet, waar nodig, gebruik maken van de mogelijkheid om haar hoger personeel te verbieden bepaalde functies na hun ambtstermijn op zich te nemen. Een dergelijk verbod moet in de tijd worden beperkt, bijvoorbeeld twee jaar.

2. Om het hogere personeel duidelijkheid te geven, zou de EBA criteria moeten opstellen voor wanneer zij dergelijke stappen in de toekomst zal verbieden. Sollicitanten voor hogere EBA-functies moeten op de hoogte worden gesteld van de criteria wanneer zij solliciteren.

3. De EBA moet interne procedures invoeren zodat, zodra bekend is dat een personeelslid naar een andere baan verhuist, hun toegang tot vertrouwelijke informatie met onmiddellijke ingang wordt afgesloten.

De details van de twee bevindingen van wanbeheer en de drie aanbevelingen kan hier worden gevonden.

Achtergrond

Artikel 16 van het EU-personeelsstatuut heeft betrekking op zogenaamde "draaideursituaties", waarbij personeelsleden een instelling moeten informeren als zij van plan zijn een baan aan te nemen binnen twee jaar na het verlaten van de EU-ambtenarendienst. De instelling heeft het recht om de persoon te verbieden de baan aan te nemen als zij van mening is dat dit in strijd zou zijn met de belangen van de EU-instelling. Een EU-instelling moet haar voormalige hoge ambtenaren gedurende de 12 maanden na beëindiging van de dienst ook verbieden om te lobbyen bij het personeel van de instelling.

In 2019 sloot de Ombudsman een diepgaand onderzoek af onderzoek hoe de Europese Commissie met dergelijke gevallen omgaat, wat suggereert dat een meer robuuste aanpak wordt gekozen voor zaken waarbij hoge ambtenaren betrokken zijn.

Tegelijkertijd concludeerde de Ombudsman een onderzoek hoe de EU-administratie hiermee in het algemeen omgaat, waarbij een aantal voorstellen wordt gedaan om de transparantie op dit gebied te vergroten.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending