Verbind je met ons

Conflicten

Europese Commissie opent een diepgaand onderzoek naar overheidsopdrachten tussen de Brusselse autoriteiten en de Franse reclamebedrijf JC Decaux

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

DeauxNaar aanleiding van een klacht heeft de Europese Commissie een diepgaand onderzoek geopend om te beoordelen of twee maatregelen van de Brusselse autoriteiten ten gunste van het Franse buitenreclamebedrijf JC Decaux in overeenstemming waren met de EU-staatssteunregels. De Commissie maakt zich zorgen dat bepaalde belasting- en huurvrijstellingen de onderneming mogelijk een selectief voordeel hebben opgeleverd ten opzichte van haar concurrenten. De opening van een diepgaand onderzoek geeft belanghebbenden de mogelijkheid opmerkingen in te dienen over de maatregelen die worden beoordeeld. Het loopt niet vooruit op de uitkomst van het onderzoek.

De Commissie startte haar onderzoek naar vermeende staatssteunmaatregelen die België ten gunste van JC Decaux had verleend naar aanleiding van een klacht van concurrent Clear Channel Belgium.

De eerste maatregel betreft de exploitatie van een aantal reclamepanelen in het centrum van Brussel. JC Decaux exploiteerde tussen 1984 en 1999, op basis van een handelscontract met de Stad Brussel, reclamepanelen in ruil voor het ter beschikking stellen van openbaar meubilair (draagstoelen, kaarten, openbare toiletten) aan de Stad. In 1999 ondertekende JC Decaux een overeenkomst een daaropvolgend contract waarbij nieuwe panelen zouden worden geïnstalleerd en maandelijkse huur aan de stad zou worden betaald. De oude panelen moesten geleidelijk verwijderd worden vóór eind 2010. JC Decaux bleef echter een aantal van deze oude panelen commercieel exploiteren nadat ze verwijderd hadden moeten worden, zonder enige huur of belasting te betalen. De Commissie vreest dat dit het bedrijf mogelijk een oneerlijk voordeel ten opzichte van zijn concurrenten heeft opgeleverd.

Het tweede deel van het onderzoek betreft het Villo-fietsverhuursysteem in de Brusselse regio. De regio heeft Villo gedefinieerd als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) en heeft JC Decaux in 2008 een exclusieve concessie verleend voor de uitvoering van deze dienst, na een aanbestedingsprocedure. Het fietsverhuursysteem wordt gefinancierd door betalingen van gebruikers en de exploitatie van de reclamepanelen die aan de fietsenstallingen zijn gekoppeld. Daarnaast kende het Brussels Gewest aan JC Decaux bepaalde huur- en belastingvrijstellingen toe.

EU-staatssteunregels inzake compensatie voor de openbare dienst, aangenomen in 2011, staat onder bepaalde voorwaarden de compensatie toe van bedrijven door middel van staatssteun voor de extra kosten van het aanbieden van een openbare dienst. De staatssteunregels stellen de lidstaten in staat steun te verlenen voor het aanbieden van openbare diensten en er tegelijkertijd voor te zorgen dat bedrijven die met dergelijke diensten zijn belast, niet overgecompenseerd worden, waardoor concurrentieverstoringen tot een minimum worden beperkt en een efficiënt gebruik van publieke middelen wordt gegarandeerd.

De Commissie stelt dat zij de definitie van Villo als openbare dienst niet in twijfel trekt, noch het feit dat JC Decaux een vergoeding ontvangt voor het uitvoeren van deze openbare dienst in overeenstemming met de vereisten van de concessie. De Commissie is echter bezorgd dat de extra huur- en belastingvoordelen die aan JC Decaux zijn toegekend nadat de aanbesteding was gesloten, zouden kunnen leiden tot overcompensatie van de onderneming, in strijd met de gemeenschappelijke regels inzake het verrichten van DAEB's (zie IP / 11 / 1571 en MEMO / 11 / 929).

advertentie

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending