EU-steun om de veiligheid in de Centraal-Afrikaanse regio te vergroten

Vandaag (27 maart) kondigde de EU aan bijna 2 miljoen euro beschikbaar te stellen ter ondersteuning van de strijd om de Lord's Resistance Army (LRA), een militante beweging in de Centraal-Afrikaanse regio, uit te schakelen. Met de nieuwe bijdrage wordt gedurende 17 maanden steun verleend aan het Regionale Samenwerkingsinitiatief voor de uitschakeling van het Lord's Resistance Army (RCI-LRA), geleid door de Afrikaanse Unie, in Oeganda, de Democratische Republiek Congo, Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het zal onder meer de personeelsvergoedingen, communicatieapparatuur en operationele kosten van dit initiatief dekken.

Ontwikkelingscommissaris Andris Piebalgs zei: "Het regionale samenwerkingsinitiatief heeft een belangrijke rol gespeeld bij het creëren van een vreedzame en veilige omgeving voor ontwikkeling in de door het LRA getroffen landen en daarom steunt de EU het sinds 2011. Het heeft het LRA gedegradeerd en de druk op zijn strijders om over te lopen vergroot. Het is van essentieel belang dat de activiteiten van het initiatief worden voortgezet om de dreiging van het LRA voor eens en voor altijd uit te bannen."

Het LRA blijft een destabiliserende factor in de Centraal-Afrikaanse regio, en met name in Zuid-Soedan, de Democratische Republiek Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek; dit heeft ernstige veiligheids- en humanitaire gevolgen. De militaire beweging veroorzaakt angst, paniek en ontheemding met brute acties, waaronder moorden, verkrachtingen en ontvoeringen. Naar schatting zijn er nog steeds 353,000 mensen ontheemd in door de LRA getroffen gebieden. De LRA-leiders waren de eerste personen die in 2005 door het Internationaal Strafhof werden aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, waaronder moord, verkrachting en gedwongen rekrutering van kinderen.

Als reactie op de wreedheden van het LRA besloot de Afrikaanse Unie in 2011 het RCI-LRA op te richten om het LRA in Oeganda, Zuid-Soedan, de Democratische Republiek Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek te verslaan. Het initiatief omvat een gezamenlijk coördinatiemechanisme (JCM) dat het initiatief op politiek en strategisch niveau coördineert, waarbij de commissaris voor vrede en veiligheid van de Afrikaanse Unie en de ministers van defensie van de bovengenoemde landen zijn betrokken. Het heeft ook een 'Regional Task Force (RTF)', bestaande uit momenteel 3,085 militaire troepen uit de getroffen landen.

Achtergrond

De huidige financiering wordt verstrekt via de African Peace Facility (APF), die in 2004 werd opgericht als de belangrijkste financieringsbron voor vrede en veiligheid in Afrika. Sinds 2004 heeft de EU via de APF meer dan 1.2 miljard euro verstrekt.

De APF is effectief geweest in het ondersteunen van Afrikaanse inspanningen op het gebied van vrede en veiligheid op het continent door voorspelbare hulp te bieden. Het heeft een aantal door Afrika geleide vredesoperaties mogelijk gemaakt, zoals de missies in Somalië, de Centraal-Afrikaanse Republiek of Mali, en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de versterking van de Afrikaanse institutionele capaciteiten en de samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid op continentaal en subregionaal niveau.

advertentie

De Faciliteit heeft ook een aantal acties op het gebied van bemiddeling en conflictpreventie ondersteund. Het is bijvoorbeeld gebruikt ter ondersteuning van het High-Level Implementation Panel van de Afrikaanse Unie voor Sudan en Zuid-Sudan, dat een belangrijke rol heeft gespeeld bij het bereiken van vrede en stabiliteit binnen en tussen de twee staten.

Bovendien heeft de APF bijgedragen aan een uitgebreidere politieke dialoog tussen de EU en Afrika op het gebied van vrede en veiligheid.

African Peace Facility

Deel dit artikel: