Tijdens de vreedzame protesten, georganiseerd door de grootste overkoepelende vakbond van Portugal, de CGTP, drongen arbeiders die maskers droegen en op veilige afstand bleven er bij de socialistische regering van het land op aan om het nationale minimumloon te verhogen van € 850 naar € 635, het laagste in West-Europa.
"De rechten van werknemers worden steeds meer gestolen", zei Anabela Vogado, van vakbond CESP, terwijl ze naar het centrale plein van Lissabon marcheerde. “De angst voor de pandemie kan onze rechten niet wegnemen.”
Volgens de laatste gegevens steeg de werkloosheid in Portugal in augustus tot boven de 400,000, meer dan een derde meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
In de zuidelijke Algarve, die sterk afhankelijk is van het toerisme, is het aantal geregistreerde werklozen in augustus met 177% gestegen in vergelijking met een jaar geleden.
“Waarom is er zoveel geld om (bedrijven) te ondersteunen met investeringen en moratoria en is er dan geen politieke moed om te voorkomen dat de werknemers ontslagen worden?” zei arbeider Luis Batista, die zichtbaar boos was.
De regering, geleid door premier Antonio Costa, heeft verschillende maatregelen ingevoerd om bedrijven te helpen de pandemie van het coronavirus te doorstaan, waaronder door de staat gesteunde leningen en het uitstellen van sommige belastingbetalingen.
Het heeft ook een verlofregeling ingevoerd, waardoor bedrijven tijdelijk banen kunnen opschorten of de werktijd kunnen verkorten in plaats van werknemers te ontslaan. Maar degenen bij de protesten van zaterdag vinden dat de maatregelen niet genoeg waren.
"Onze regering steunt vooral bedrijven en vergeet de arbeiders", zegt glasblazer Pedro Milheiro, die zich bij het protest in Lissabon had aangesloten om zijn frustratie te uiten. "Er is meer ondersteuning nodig."