Verbind je met ons

Antitrust

#Antitrust: Commissie legt maritieme autodragers en leveranciers van auto-onderdelen een boete op van in totaal € 546 miljoen in drie afzonderlijke kartelafwikkelingen

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

In drie afzonderlijke beschikkingen heeft de Europese Commissie vier maritieme autodragers een geldboete opgelegd van € 395 miljoen, twee leveranciers van bougies € 76m en twee leveranciers van remsystemen € 75m, om deel te nemen aan kartels, in strijd met de EU-antitrustregels. Alle bedrijven erkenden hun betrokkenheid bij de kartels en kwamen overeen de zaken te schikken.

Commissaris Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid, zei: "De Commissie heeft sancties opgelegd aan verschillende bedrijven wegens samenspanning bij het vervoer van auto's over zee en de levering van auto-onderdelen. De drie afzonderlijke besluiten die vandaag zijn genomen, tonen aan dat we concurrentieverstorend gedrag dat Europese consumenten en Door de prijzen van componenten of de transportkosten voor auto's te verhogen, hebben de kartels uiteindelijk de Europese consumenten pijn gedaan en een negatieve invloed gehad op het concurrentievermogen van de Europese automobielsector, die ongeveer 12 miljoen mensen in de EU tewerkstelt. "

Maritieme autodragers

De Europese Commissie stelde vast dat de Chileense zeevervoerder CSAV, de Japanse vervoerders "K" Line, MOL en NYK, en de Noors / Zweedse vervoerder WWL-EUKOR deelnamen aan een kartel betreffende intercontinentaal zeevervoer van voertuigen, en een totale boete van € 395m.

Gedurende bijna 6-jaren, van oktober 2006 tot en met 2012 in september, vormden de vijf luchtvaartmaatschappijen een kartel op de markt voor diepzeetransport van nieuwe auto's, vrachtwagens en andere grote voertuigen zoals maaidorsers en trekkers, op verschillende routes tussen Europa en andere continenten.

Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de verkoopmanagers van de vervoerders, om concurrentieverstorend gedrag te coördineren, bij elkaar op kantoor, in bars, restaurants of andere sociale bijeenkomsten bijeenkwamen en regelmatig telefonisch contact hadden. Ze coördineerden met name prijzen, verdeelden klanten en wisselden commercieel gevoelige informatie uit over prijselementen, zoals kosten en toeslagen die aan prijzen worden toegevoegd om schommelingen in valuta- of olieprijzen te compenseren.

De vervoerders kwamen overeen om de status quo op de markt te handhaven en elkaars traditionele zaken op bepaalde routes of met bepaalde klanten te respecteren, door kunstmatig hoge prijzen op te geven of helemaal niet te vermelden in offertes van autofabrikanten.

advertentie

Het kartel was van invloed op zowel Europese auto-importeurs als eindafnemers, aangezien ingevoerde voertuigen werden verkocht binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en Europese voertuigfabrikanten, aangezien hun voertuigen werden geëxporteerd buiten de EER. In 2016 werden enkele 3.4 miljoen motorvoertuigen geïmporteerd uit niet-EU-landen, terwijl de EU meer dan 6.3 miljoen voertuigen naar niet-EU-landen exporteerde in 2016. Bijna de helft van deze voertuigen werd vervoerd door de vervoerders die vandaag zijn beboet.

Het onderzoek van de Commissie begon met een immuniteitsverzoek van MOL. Tijdens haar onderzoek heeft de Commissie samengewerkt met verschillende mededingingsautoriteiten over de hele wereld, onder meer in Australië, Canada, Japan en de VS.

boetes

De boetes zijn berekend op basis van de Commissie 2006 richtsnoeren inzake geldboeten (Zie ook MEMO).

Bij het bepalen van de boetes heeft de Commissie rekening gehouden met de verkoopwaarde op de intercontinentale routes van en naar de EER die de karteldeelnemers voor de vervoersdiensten hebben behaald, het ernstige karakter van de inbreuk, de geografische reikwijdte en de duur ervan. De Commissie heeft ook een 20% -korting voor CSAV toegepast, om rekening te houden met haar kleinere betrokkenheid bij de inbreuk.

Onder de Commissie 2006 clementieregeling:

  • MOL kreeg volledige immuniteit om het bestaan ​​van het kartel aan het licht te brengen en vermeed daarbij een boete van ongeveer. € 203 miljoen.
  • CSAV, "K" Line, NYK en WWL-EUKOR profiteerden van verlagingen van hun boetes voor hun samenwerking met de Commissie. De verlagingen weerspiegelen de timing van hun medewerking en de mate waarin het door hen verstrekte bewijs de Commissie heeft geholpen het bestaan ​​van het kartel te bewijzen.

Bovendien, onder de Commissie 2008 Afhandelingskennisgeving, heeft de Commissie een vermindering van 10% toegepast op de geldboeten die aan de ondernemingen zijn opgelegd vanwege hun erkenning van de deelname aan het kartel en hun aansprakelijkheid op dit punt.

De verdeling van de aan elke onderneming boetes is als volgt:

Bedrijf Verlaging volgens clementieregeling Verlaging volgens regelingsbericht Fine (€)
MOL 100% 10% 0
NYK 20% 10% 141 820 000
"K" LIJN 50% 10% 39 100 000
WWL-EUKOR 20% 10% 207 335 000
CSAV 25% 10% 7 033 000

Bougies

In een tweede beschikking heeft de Commissie vastgesteld dat Bosch (Duitsland), Denso en NGK (beide Japan) hebben deelgenomen aan een kartel betreffende leveringen van bougies aan autofabrikanten in de EER en een totale boete van € 76m hebben opgelegd.

Bougies zijn elektrische apparaten voor auto's die zijn ingebouwd in benzinemotoren van auto's en elektrische hoogspanningsvonken afgeven aan de verbrandingskamer. De klanten van Bosch, Denso en NGK zijn autofabrikanten met productiefaciliteiten in de EER.

Het kartel duurde van 2000 tot 2011 en was bedoeld om concurrentie te vermijden door elkaars traditionele klanten te respecteren en de bestaande status quo in de bougiesector in de EER te handhaven.

De drie ondernemingen wisselden commercieel gevoelige informatie uit en kwamen in sommige gevallen een overeenkomst overeen over de prijzen die aan bepaalde klanten moesten worden vermeld, het aandeel van de leveringen aan specifieke klanten en de eerbiediging van historische leveringsrechten. Deze coördinatie vond plaats via bilaterale contacten tussen Bosch en NGK, en tussen Denso en NGK.

Het onderzoek van de Commissie begon met een immuniteitsverzoek van Denso.

boetes

De boetes zijn berekend op basis van de Commissie 2006 richtsnoeren inzake geldboeten (Zie ook MEMO).

Bij het bepalen van de geldboeten hield de Commissie rekening met de verkopen van de ondernemingen in de EER door de levering van bougies aan autofabrikanten met productiefaciliteiten in de EER. De Commissie heeft ook gekeken naar de ernst van de inbreuk, de geografische omvang en de duur ervan. De Commissie paste ook een boete van 10% toe voor Bosch en Denso om rekening te houden met hun geringere betrokkenheid bij de inbreuk.

Volgens de clementieregeling van de Commissie van 2006:

  • Denso kreeg volledige immuniteit om het bestaan ​​van het kartel te onthullen en vermeed daarbij een boete van ongeveer. € 1m.
  • Bosch en NGK hebben geprofiteerd van verlagingen van hun boetes voor hun medewerking aan het onderzoek. De verlagingen weerspiegelen de timing van hun samenwerking en de mate waarin de door hen verstrekte bewijsstukken de Commissie hebben geholpen het bestaan ​​van het kartel te bewijzen.

Bovendien paste de Commissie op grond van de schikkingsmededeling van de Commissie van 2008 een verlaging van 10% toe op de opgelegde geldboeten omdat de partijen erkenden dat zij aan het kartel deelnamen en dat zij in dit verband aansprakelijk waren.

De verdeling van de aan elke onderneming boetes is als volgt:

Bedrijf Verlaging volgens clementieregeling Verlaging volgens regelingsbericht Fine (€)
Denso 100% 10% 0
Bosch 28% 10% 45
NGK 42% 10% 30

 Remsystemen

In een derde besluit vond de Europese Commissie twee kartels met betrekking tot remsystemen. De eerste betrof de levering van hydraulische remsystemen (HBS) en betrof TRW (VS, nu ZF TRW, Duitsland), Bosch (Duitsland) en Continental (Duitsland). Het tweede kartel betrof de levering van elektronische remsystemen (EBS) en betrof Bosch en Continental. De Commissie heeft een totale boete van € 75m opgelegd.

In beide kartels streefden de drie leveranciers van auto-onderdelen ernaar hun marktgedrag te coördineren door gevoelige informatie uit te wisselen, ook over prijselementen. De coördinatie vond plaats tijdens bilaterale vergaderingen en via telefoongesprekken of e-mailuitwisselingen.

Het eerste kartel duurde van februari 2007 tot maart 2011 en hield verband met discussies over de algemene verkoopvoorwaarden van hydraulische remsystemen voor twee klanten, Daimler en BMW. Het tweede kartel duurde van september 2010 tot en met juli 2011 en had betrekking op een specifieke aanbesteding voor elektronische remsystemen voor Volkswagen.

Het onderzoek van de Commissie in deze zaak begon met een immuniteitsverzoek van TRW.

boetes

De boetes zijn berekend op basis van de Commissie 2006 richtsnoeren inzake geldboeten (Zie ook MEMO).

Bij het vaststellen van het niveau van de geldboeten heeft de Commissie met name rekening gehouden met de waarde van de verkoop in de EER voor de betrokken producten, de ernstige aard van de inbreuk, de geografische reikwijdte en de duur ervan.

Onder de Commissie 2006 clementieregeling:

  • TRW kreeg volledige immuniteit voor het bekendmaken van het HBS-kartel en vermeed daarbij een boete van ongeveer. € 54m.
  • Continental kreeg immuniteit voor het bekendmaken van het EBS-kartel en vermeed daarbij een boete van ca. € 22m voor dit kartel.
  • Bosch en Continental (voor het kartel waarvoor het geen immuniteit ontving) hebben geprofiteerd van verlagingen van hun boetes voor hun medewerking aan het onderzoek van de Commissie. De verlagingen weerspiegelen de timing van hun samenwerking en de mate waarin het geleverde bewijsmateriaal de Commissie heeft geholpen om het bestaan ​​van de kartels waarin zij betrokken waren, aan te tonen.

Bovendien, onder de Commissie 2008 Afhandelingskennisgeving, heeft de Commissie een vermindering van 10% toegepast op de geldboeten die aan de ondernemingen zijn opgelegd wegens hun erkenning van de deelname aan het kartel en de aansprakelijkheid op dit gebied.

De verdeling van de aan elke onderneming boetes is als volgt:

  Bedrijf Verlaging volgens clementieregeling Verlaging volgens regelingsbericht Fine (€)
1  

TRW

Bosch

continentaal

Daimler BMW  

10%

10%

10%

 

0

12 072 000

44 006 000

100%

35%

20%

100%

35%

100%

2  

continentaal

Bosch

VW  

10%

10%

 

0

19 348 000

100%

30%

 

Achtergrond

Artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 53 van de EER-Overeenkomst verbieden kartels en andere concurrentiebeperkende praktijken.

De beslissingen van vandaag betreffende bougies en remsystemen maken deel uit van een reeks belangrijke onderzoeken naar kartels in de sector auto-onderdelen. De Commissie heeft al leveranciers van auto's beboet lagers ,kabelbomen in auto's, flexibel schuim dat (onder andere) wordt gebruikt in autostoelen, parkeerverwarming in auto's en vrachtwagens, dynamo's en starters, airconditioning en motorkoelsystemen,verlichtingssystemen en inzittenden veiligheidssystemen.

Meer informatie over deze gevallen zal beschikbaar zijn onder het zaaknummer AT.40009 (maritieme autodragers), AT.40113 (bougies) en AT.39920 (remsystemen) in de openbaar case register op de Commissie concurrentie website, zodra vertrouwelijkheidskwesties zijn afgehandeld. Zie voor meer informatie over de strijd van de Commissie tegen kartels kartels website.

De schikkingsprocedure

De beslissingen van vandaag zijn de 26th, 27th en 28th schikkingsbesluiten sinds de invoering van de schikkingsprocedure voor kartels in juni 2008 (zie persbericht en MEMO). In het kader van een schikking erkennen ondernemingen die hebben deelgenomen aan een kartel hun deelname aan de inbreuk en hun aansprakelijkheid daarvoor. De schikkingsprocedure is gebaseerd op de Antitrustregulering 1 / 2003 en stelt de Commissie in staat een vereenvoudigde procedure toe te passen en daardoor de duur van het onderzoek te verkorten. Dit is goed voor consumenten en voor belastingbetalers omdat het de kosten verlaagt; goed voor handhaving van de antitrustwetgeving omdat het middelen vrijmaakt om andere verdachte gevallen aan te pakken; en goed voor de bedrijven zelf die profiteren van snellere beslissingen en een vermindering van de boetes met 10%.

 Vordering tot schadevergoeding

Elke persoon of onderneming die wordt getroffen door concurrentieverstorend gedrag zoals beschreven in deze zaak, kan de zaak voorleggen aan de rechtbanken van de lidstaten en schadevergoeding eisen. De jurisprudentie van het Hof en Verordening 1 / 2003 van de Raad bevestigen beide dat in een zaak voor een nationale rechter een beschikking van de Commissie een bindend bewijs vormt dat het gedrag plaatsvond en illegaal was. Ook al heeft de Commissie de betrokken deelnemers aan het kartel een geldboete opgelegd, toch kan schadevergoeding worden toegekend zonder te worden verlaagd op grond van de geldboete van de Commissie.

De Antitrust Schade richtlijn, welke lidstaten in 27 december 2016 in hun rechtssystemen moesten omzetten, maakt het gemakkelijker voor de slachtoffers van concurrentiebeperkende praktijken om schadevergoeding te verkrijgen. Meer informatie over schadeclaims in antitrustzaken, waaronder een praktische handleiding over hoe te antitrust schade te kwantificeren, is beschikbaar hier.

Klokkenluiders tool

De Commissie heeft een instrument opgezet om het voor individuen gemakkelijker te maken om haar te waarschuwen voor concurrentieverstorend gedrag met behoud van hun anonimiteit. De nieuwe tool beschermt de anonimiteit van klokkenluiders door middel van een speciaal ontworpen gecodeerd berichtensysteem dat tweewegcommunicatie mogelijk maakt. De tool is via deze toegankelijk link.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending