Verbind je met ons

EU-afvalwetgeving

EU-verordening voor afvaltransport schiet tekort om Europa's afvalexportcrisis op te lossen

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

Het herziene voorstel voor de overbrenging van afvalstoffen [1] dat vandaag door de Europese Commissie is ingediend, is een welkome stap voorwaarts, maar er moet meer worden gedaan om de gevolgen van de uitvoer van afval uit de EU te verzachten, waarschuwt het Europees Milieubureau (EEB). Met de tekst wordt beoogd het EU-beleid voor de overbrenging van afval meer in overeenstemming te brengen met de afvalverwerkingshiërarchie en een degelijk milieuafvalbeheer, twee leidende beginselen van het EU-afvalbeleid. Volgens Europa's grootste netwerk van milieu-ngo's kunnen afwijkingen en onvoldoende onderscheid tussen materiaalrecycling en lagere vormen van terugwinning echter leiden tot verwatering.

De herziene tekst kan tijdelijk wat meer afval naar OESO-landen leiden in plaats van naar niet-OESO-landen, maar het zal het exporteren van afval niet moeilijker maken en het zal er niet voor zorgen dat waardevolle hulpbronnen in het systeem binnen de EU blijven. De EEB pleit voor een strikt verbod, dat gemakkelijker te handhaven zou zijn en extra druk zou creëren om de afvalproductie en het verbruik van nieuwe hulpbronnen in de EU te verminderen.

Stéphane Arditi, directeur Beleidsintegratie en Circulaire Economie van de EEB, zei: “Het verzenden van afval buiten de EU is niet alleen een oneerlijke delegatie van onze plicht om ons eigen afval te beheren en een obstakel voor afvalpreventie. Het is ook een gemiste kans om afval om te zetten in secundaire grondstoffen, waardoor we minder afhankelijk worden van geïmporteerde natuurlijke hulpbronnen en uiteindelijk van de EU een exporteur van secundaire grondstoffen maken.”

Binnen of buiten de EU is export voor afvalverwijdering standaard verboden, maar de tekst lijkt een onderscheid te missen tussen transporten voor hergebruik en recycling, en transporten voor lagere vormen van nuttige toepassing, zoals verbranding [2]. Dit maakt het exporteren van materialen naar een ander EU- of OESO-land voor verbranding net zo eenvoudig als voor hergebruik of recycling, wat op gespannen voet staat met de afvalhiërarchie. Voor handhavingsdoeleinden maakt het voorstel ook onderscheid tussen overbrenging voor hergebruik en overbrenging van afval, maar negeert het feit dat producten die voor hergebruik worden verzonden op een bepaald moment het einde van hun levensduur bereiken en in het ontvangende land moeten worden beheerd.

Voor artikelen zoals elektronica en mogelijk textiel en auto's in de toekomst betalen consumenten zogenaamde Extended Producer Responsibility (EPR) vergoedingen om correcte inzameling, recycling en afvalverwerking te ondersteunen. Als de door consumenten betaalde vergoedingen echter niet aansluiten bij de producten wanneer ze voor hergebruik worden verzonden, blijven ze ten onrechte bij de producenten in de exporterende landen, in plaats van de ontvangende landen te helpen bij het beheer van de afvalverwerkingsfase.

In 2020 bereikte de EU-uitvoer van afval naar niet-EU-landen 32.7 miljoen ton, een stijging van driekwart (+75%) sinds 2004. Het grootste deel van dit afval ging naar Turkije (13.7 miljoen ton), gevolgd door India ( 2.9 miljoen ton), het VK (1.8 miljoen ton) en Zwitserland (1.6 miljoen ton), Noorwegen (1.5 miljoen ton), Indonesië en Pakistan (1.4 miljoen ton) [3].

De EEB, de Rethink Plastic-alliantie en Break Free From Plastic hebben er bij de Commissie herhaaldelijk op aangedrongen in te grijpen en een einde te maken aan de aanzienlijke gezondheids-, milieu- en sociale last van EU-afval, en met name plastic, voor ontvangende landen [4]. De uitvoer van gevaarlijk afval blijft grotendeels binnen de EU: in 2018 werd 7.0 miljoen ton van de uitvoer van gevaarlijk afval uit EU-lidstaten naar een andere lidstaat verscheept, wat overeenkomt met ongeveer 91% van de totale export [5].

advertentie

In de komende 12 tot 18 maanden zal het voorstel voor de verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen worden besproken door de Milieucommissie van het Europees Parlement en met vertegenwoordigers van de lidstaten in de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure. De EEB waarschuwt dat de huidige lacunes ertoe kunnen leiden dat het voorstel wordt afgezwakt

[1] https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/qanda_21_5918 
[2] In de factsheet wordt gesproken over “het stellen van strengere voorwaarden aan overbrengingen voor storten of verbranden, zodat deze slechts in beperkte en goed gemotiveerde gevallen zijn toegestaan”, maar een dergelijk onderscheid is niet duidelijk in de tekst.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/api/files/attachment/870408/Factsheet%20on%20Waste%20shipments.pdf.pdf 
[3] Bron: Eurostat
[4] https://meta.eeb.org/2021/09/30/slay-the-plastic-waste-trade-dragon-campaigners-urge-the-eu/

[5] Bron: Eurostat

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending