Verbind je met ons

EU

'Gevaarlijke contacten of wegen naar meer invloed in de mondiale arena?' EU-handelsbeleid ten opzichte van het oosten en het westen van de wereld

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

58Op dinsdag 8 juli organiseerde PubAffairs Bruxelles in de lokalen van Science14 Atrium in Brussel een debat over het handelsbeleid van de EU naar het oosten en het westen van de wereld. Het debat werd gemodereerd door Stéphanie Hofmann, universitair hoofddocent politieke wetenschappen en adjunct-directeur, Centrum voor Conflict, Ontwikkeling en Vredesopbouw van het Graduate Institute, Genève, terwijl de discussanten Elena Peresso waren, lid van het kabinet van commissaris voor handel Richard Howitt MEP en S&D woordvoerder buitenlandse zaken en Hoogleraar politieke wetenschappen en directeur van de Executive Education aan het Graduate Institute Geneva, Cédric Dupont.

In het eerste deel van het debat introduceerde Hofmann de sprekers en de belangrijkste onderwerpen die in het debat aan bod zullen komen. Vervolgens stelde ze een ja/nee-vraag aan het publiek, die ook aan het einde van het debat aan het publiek zou worden gesteld, namelijk: 'Kan het handelsbeleid de invloed van de EU in de wereldaangelegenheden versterken?'. Vervolgens geeft ze het woord aan de discussianten die hun voorlopige verklaringen kunnen afleggen.

Voor het eerst ondervraagd, leek het antwoord van de aanwezigen duidelijk positief georiënteerd.

Howitt begon zijn toespraak door te bevestigen dat hij van mening was dat de EU het handelsbeleid zou moeten gebruiken als een instrument om haar politieke en economische doelstellingen in de internationale arena te bevorderen. Hij voegde eraan toe dat de grotere rol van het handelsbeleid voortkomt uit het feit dat de Europese economie zowel nog steeds lijdt onder de wereldwijde economische neergang als worstelt om waardevolle middelen te vinden om stabiele en duurzame groei te creëren. Gezien dit scenario zal de Europese Unie volgens Howitt weinig kans hebben om de mondiale politieke arena te beïnvloeden, als deze als economisch zwak wordt gezien. Daarnaast stelde hij dat een aantal mislukkingen binnen de WTO het gebruik van bilaterale handelsovereenkomsten, die de EU ook in werking stelt, heeft doen toenemen.

Howitt vervolgde door op te merken dat de onderlinge relaties tussen de politieke en de economische dynamiek, evenals de wisselwerking die uit deze complementaire belangen kan voortvloeien, vaak de neiging hebben om zowel de beoordeling van de situatie als de bepaling van de te hanteren strategieën ingewikkelder te maken. in actie komen, zoals in het geval van Oekraïne. Hij verklaarde ten slotte dat de Europese Unie sinds de oprichting van de Dienst voor extern optreden heeft geprobeerd haar handels- en buitenlands beleid consistenter te maken, hoewel de institutionele coördinatie nog steeds gaande is en de politieke conditionaliteit van de EU vaak op verschillende obstakels stuit, vooral wanneer economische de inzet is hoog.

Dupont begon zijn bijdrage door te stellen dat de EU historisch gezien zelden in staat is geweest om haar invloed op wereldschaal te vergroten met behulp van handelsbeleid, terwijl de toekomst van het handelsbeleid van de EU er anders uit zou kunnen zien naarmate de onderlinge relatie tussen handel en investeringen duidelijker is geworden en besluitvormers zich steeds meer bewust zijn van dit feit. Desalniettemin sprak de heer Dupont zijn scepsis uit over het feit dat de EU in de nabije toekomst haar gewicht in de mondiale economische aangelegenheden radicaal zal kunnen vergroten, zowel door het gebrek aan coördinatie op het gebied van monetaire kwesties in internationale financiële instellingen zoals het IMF, als door meningsverschillen tussen het Parlement, de Commissie en de Raad. Wat de gevaren en kansen van handel betreft, schetste Dupont de verschillen tussen de drie belangrijkste groepen handelspartners waarmee de EU momenteel overeenkomsten wil sluiten, namelijk Noord-Amerika, enkele belangrijke opkomende economieën zoals China, Brazilië en India en de buurlanden van de EU.

Met betrekking tot de eerste groep beweerde Dupont dat, hoewel de gedeelde gemeenschappelijke waarden van groot belang zijn en nuttig zijn geweest voor de integratie van handel en investeringen, de TTIP-onderhandelingen niet alleen de verschillen tussen de VS en Europa benadrukken bij het bedenken van de rol van de staat op verschillende cruciale gebieden, maar ook een zekere vermoeidheid bij het vinden van een gemeenschappelijke visie over de weg naar liberalisering van de markt. Met betrekking tot opkomende economieën wees Dupont op de positieve invloed van de EU op marktliberalisering, hoewel de EU een meer realistische benadering van mensen- en arbeidsrechten moest aannemen. Met betrekking tot het EU-nabuurschap bevestigde Dupont dat het gevaar van overloopeffecten tussen handel en veiligheid, vooral voor de oostelijke dimensies, nog steeds aanwezig is.

advertentie

Peresso begon met te bevestigen dat de Europese Unie wereldwijd invloed heeft uitgeoefend op het handelsbeleid. Ze wees op het verschil tussen handels- en ontwikkelingsbeleid door te wijzen op de bevrijdende kracht van handelsbetrekkingen in het algemeen en handelsovereenkomsten in het bijzonder. Volgens haar is het creëren van de optimale voorwaarden voor bedrijven om te circuleren tussen exploitanten van zeer verschillende omvang via eenvoudige en zeer complexe waardeketens een belangrijk onderdeel van het externe optreden van de EU. Peresso erkende het feit dat er enige kritiek is geweest op het indienen en afronden van verschillende bilaterale onderhandelingen over overeenkomsten, maar ze wees er niettemin op dat het een misvatting zou zijn om deze trend uitsluitend toe te schrijven aan de laatste legislatuur zolang sommige overeenkomsten, zoals die met Colombia en Peru, werden afgerond dankzij het werk van de voormalige Europese Commissie.

Met betrekking tot de interinstitutionele coördinatie binnen de EU benadrukte Peresso de vruchtbare samenwerking tussen de Commissie en het Parlement nog voordat het Verdrag van Lissabon in werking trad. Ze erkende ten slotte het belang van politieke wil bij het nemen van strategische en snelle beslissingen door de aandacht te vestigen op de crisis in Oekraïne, die de EU ertoe heeft aangezet haar besluitvormingsproces te versnellen om een ​​regime van autonome handelspreferenties toe te kennen.

Een van de belangrijkste discussiepunten was de afweging tussen de waarden van de Europese Unie en de belangen die op het spel staan ​​bij onderhandelingen over handelsbetrekkingen. Howitt wees de "mensenrechtenclausule" aan als een belangrijk voorbeeld van afweging bij de ontwikkeling van internationale regels met betrekking tot handel en mensenrechten. Howitt erkende weliswaar het belang van dit aspect van handelsbetrekkingen, maar benadrukte de moeilijkheden bij het opleggen van sancties in geval van overtreding van regels. Desalniettemin drong hij erop aan dat de EU haar goede voornemens moet blijven opvolgen. Dupont maakte van de gelegenheid gebruik om deze kwestie uit te werken door te herinneren aan het tien jaar oude debat over de zogenaamde "normatieve macht" van de EU en over hoe deze had moeten worden overgebracht. Wat dit laatste betreft, wees Dupont erop dat het debat is verschoven van een idealistisch naar een realistischer perspectief, vooral na de crisis en zoals blijkt uit de recente ontwikkelingen in de betrekkingen tussen de EU en China. Peresso bevestigde dat het vanuit institutioneel oogpunt onmogelijk zou zijn om niet geconfronteerd te worden met allerlei afwegingen en dat deze variëren afhankelijk van de actor en de kwestie in kwestie. Niettemin herinnerde ze het publiek eraan dat het belangrijkste doel van het handelsbeleid is om de voordelen voor zowel economische actoren als werknemers te maximaliseren.

Het laatste deel van het debat en de Q&A-sessie gingen ook over de volgende onderwerpen: de onderhandelingen over het TTIP en de kwestie van transparantie, de handelsstrategie van de Europese Commissie in het verleden, de kwestie van maatschappelijk verantwoord ondernemen, het verband tussen handel en doelstellingen van het buitenlands beleid, de kwestie van convergentie van regelgeving, de onderlinge relaties tussen handel en mensenrechten en de rol van de WTO.

Voor de tweede keer ondervraagd, antwoordde het publiek dat ze graag hadden gezien dat de impact van de EU normatief werd ingeperkt.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending