Verbind je met ons

Onderwijs

schoolrapport EU: Enige verbetering in de wetenschap en lezen, maar slecht in wiskunde

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

article-2246469-1676B81C000005DC-911_634x492De nieuwste Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) rapport over de wiskunde, natuurwetenschappen en leesvaardigheid van 15-jarigen levert gemengde resultaten op voor de lidstaten. De EU als geheel loopt ernstig achter op het gebied van wiskunde, maar het beeld is bemoedigender op het gebied van wetenschappen en lezen, waar Europa op schema ligt om de doelstelling voor 2020 te halen om het percentage slecht presterende leerlingen te verminderen1 tot onder de 15%. De resultaten werden in Brussel gepresenteerd door plaatsvervangend secretaris-generaal van de OESO, Yves Leterme, en Jan Truszczynski, directeur-generaal Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie.

Uit de bevindingen blijkt dat tien lidstaten (BG, CZ, DE, EE, IE, HR, LV, AT, PL en RO) sinds 2009 aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij het verminderen van hun aandeel laagpresteerders voor alle drie de basisvaardigheden. Maar vijf EU-landen (EL, HU, SK, FI, SE) zien een toename van het aantal laagpresteerders. Andere lidstaten behaalden gemengde resultaten. Over het algemeen zijn de prestaties van de EU iets beter dan die van de Verenigde Staten, maar beide landen blijven achter bij Japan.

Androulla Vassiliou, commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugdzaken: "Ik feliciteer de lidstaten die hun prestaties hebben verbeterd, maar het is duidelijk dat de EU als geheel harder moet werken. De lidstaten moeten hun inspanningen volhouden om slechte schoolprestaties aan te pakken om ervoor te zorgen dat jongeren de vaardigheden hebben die ze nodig hebben om te slagen in de moderne wereld. De resultaten herinneren eraan dat investeren in kwaliteitsonderwijs van fundamenteel belang is voor de toekomst van Europa."

Deze mening werd gedeeld door Yves Leterme: "De PISA-studie laat zien wat 15-jarigen weten en wat ze kunnen doen met wat ze weten. In een wereldeconomie wordt succes niet langer alleen gemeten aan de hand van nationale normen, maar aan de best presterende onderwijssystemen. De resultaten voor de EU onderstrepen dat het tempo van verbetering moet worden verhoogd als lidstaten willen voorkomen dat ze achterop raken bij andere economieën", voegde de voormalige Belgische premier eraan toe.

De PISA-enquête wordt sinds de lancering in 2000 om de drie jaar uitgevoerd. Alle 34 OESO-lidstaten en 31 partnerlanden namen deel aan PISA 2012 en vertegenwoordigden meer dan 80% van de wereldeconomie. Ongeveer 510,000 leerlingen in de leeftijd van 15 jaar drie maanden tot 16 jaar en twee maanden namen deel aan de tests, die betrekking hadden op wiskunde, lezen en natuurwetenschappen, met de nadruk op wiskunde.

De bewijsbasis die PISA produceert, stelt beleidsmakers en docenten in staat om de kenmerken van goed presterende onderwijssystemen te identificeren en hun beleid aan te passen.

De Europese Commissie en de OESO hebben onlangs een samenwerkingsovereenkomst ondertekend om nauwer samen te werken op drie gebieden: vaardigheidsstrategieën, landenanalyses en internationale enquêtes.

advertentie

Wat de bevindingen zeggen over de analyse van de EU en de Commissie

Lezen: Het percentage mensen dat slecht presteert op het gebied van lezen is gedaald van 23.1% in 2006 en 19.7% in 2009 tot 17.8% in 2012. Als deze trend doorzet, kan de 15%-norm in 2020 haalbaar zijn. Tot nu toe hebben slechts zeven EU-landen deze norm bereikt (EE, IE, PL, FI, NL, DE en DK). CZ, DE, EE, IE, HR, LT, LU, AT, PL en RO hebben opmerkelijke vooruitgang geboekt.

Wiskunde: geen vooruitgang geboekt bij het verbeteren van het percentage slecht presterende leerlingen op EU-niveau sinds 2009. Vier lidstaten (EE, FI, PL, NL) behoren echter wereldwijd tot de best presterende landen met een percentage slecht presterende wiskunde onder de EU-benchmark van 15%. Geen enkele andere lidstaat heeft dit niveau nog bereikt. Aanzienlijke vooruitgang (meer dan 2 procentpunten) werd geboekt door BG, EE, IE, HR, LV, AT, PL en RO.

Wetenschap: Gestage verbetering van wetenschappelijke vaardigheden in de hele Unie. Het EU-percentage laagpresteerders is gedaald van 20.3% in 2006 naar 17.8% in 2009 en 16.6% in 2012. Tien lidstaten zitten onder de 15%-benchmark: CZ, DE, EE, IE, LV, NL, PL, SI, FI, UK. CZ, DE, EE, IE, ES, LV, AT, PL en RO hebben gestage vooruitgang geboekt.

De analyse benadrukt dat de sociaal-economische status van leerlingen een significante invloed heeft op de prestatieniveaus, waarbij leerlingen uit huishoudens met lage inkomens veel vaker slechte presteerders zijn op het gebied van wiskunde, wetenschappen en lezen. Andere belangrijke factoren zijn de overwegend negatieve effecten van het hebben van een migrantenachtergrond, het belang van het volgen van voor- en vroegschoolse educatie en opvang, evenals de genderkloof in leesvaardigheid (meisjes doen het veel beter dan jongens).

De analyse onthult ook de relatie tussen PISA-resultaten en de onlangs gepubliceerde OECD Survey of Adult Skills (IP / 13 / 922). Het concludeert dat beleid, om effectief te zijn, gericht moet zijn op verbetering van het basis- en voortgezet onderwijs. Buiten dat is het meestal te laat om de gemiste kans op school te compenseren.

Volgende stappen

Vandaag om 2 uur zullen Michael Davidson, OESO-hoofd van Early Childhood and Schools, en Jan Pakulski, hoofd van de eenheid onderwijsstatistieken, -enquêtes en -studies van de Commissie, de belanghebbenden op het gebied van onderwijs en opleiding inlichten over de implicaties van de PISA 2012-resultaten voor de Europese beleidsvorming. De briefing vindt plaats in het auditorium van het Madougebouw van de Commissie, Madouplein 1, 1210 Sint-Joost-ten-Node. Geaccrediteerde media zijn welkom.

De Commissie zal de bevindingen van PISA 2012 met de lidstaten bespreken om te helpen bij het vaststellen van maatregelen om de zwakke punten te verhelpen. Een eerste uitwisseling is gepland tijdens de volgende vergadering van de EU-ministers van Onderwijs op 24 februari. De resultaten zullen ook worden gebruikt voor 2014 van de Commissie 'Europees semester' die landspecifieke aanbevelingen produceert die gekoppeld zijn aan basisvaardigheden.

De nieuwe Erasmus+ (IP / 13 / 1110) programma voor onderwijs, opleiding en jeugd, dat in januari van start gaat, zal projecten ondersteunen die gericht zijn op de ontwikkeling en verbetering van het schoolonderwijs. De resultaten van de enquête kunnen de lidstaten ook helpen prioriteiten te stellen voor steun uit het Europees Sociaal Fonds, dat een belangrijke bron van investeringen in vaardigheden en opleiding is en ook de onderwijsmogelijkheden voor kwetsbare groepen kan verbeteren.

Meer informatie

PISA 2012: EU-prestaties en eerste conclusies met betrekking tot het onderwijs- en opleidingsbeleid in Europa

PISA 2012 op de website van de OESO

Europese Commissie: Onderwijs en opleiding

De website van Androulla Vassiliou

Twitter: Androulla Vassiliou VassiliouEU en Yves Leterme @YLeterme

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending