Verbind je met ons

coronavirus

De Commissie keurt een Nederlandse regeling van € 1.5 miljard goed om openbaarvervoerbedrijven te vergoeden voor schade die is geleden als gevolg van het uitbreken van het coronavirus

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

De Europese Commissie heeft op grond van de EU-staatssteunregels een Nederlandse regeling van ongeveer € 1.5 miljard goedgekeurd om bedrijven die in Nederland regionaal en langeafstands openbaar personenvervoer verzorgen, te compenseren voor de schade die is geleden als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de noodmaatregelen. geïntroduceerd in Nederland om de verspreiding van het virus te beperken.

Executive Vice President Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid, zei: “Het is essentieel om tijdens de uitbraak van het coronavirus te blijven voorzien in vervoersdiensten aan burgers. Met deze regeling van € 1.5 miljard kan Nederland regionale en langeafstands OV-aanbieders compenseren voor de schade die is geleden door de getroffen noodmaatregelen om de verspreiding van het virus te beperken. We blijven met alle lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen zo snel en effectief mogelijk kunnen worden ingevoerd, in overeenstemming met de EU-regels. "

De Nederlandse overheid heeft noodmaatregelen genomen die nodig zijn om de verspreiding van het coronavirus te beperken, zoals de sluiting van scholen en kinderopvangcentra, de sluiting van diverse economische activiteiten zoals cafés en restaurants, uitgebreide thuiskantoorregelingen, regels voor sociale afstand bijeenkomsten en evenementen. Dit heeft ernstige gevolgen gehad voor het regionale en langeafstands-openbaar vervoer, aangezien het aantal passagiers in het lokale openbaar vervoer daalde tot 90% van het aantal in 2019, wat resulteerde in een aanzienlijke daling van de inkomsten.

Tegelijkertijd bleven vervoerders verschillende kosten maken, aangezien zij gedurende de pandemie voldoende passagiersvervoerdiensten leverden en daardoor de mobiliteit van mensen zonder toegang tot alternatieve vervoermiddelen garandeerden. De situatie werd verergerd door extra kosten die vervoerders maakten in verband met maatregelen om de verspreiding van de besmetting in te dammen, zoals verbeterde sanitaire en hygiënemaatregelen. Dit alles leidde tot ernstige liquiditeitsproblemen, die het risico lopen veel vervoerders uit de markt te verdrijven.

De Nederlandse regeling is bedoeld om elke exploitant die openbaarvervoersdiensten aanbiedt op basis van een contract met regionale of nationale autoriteiten, te vergoeden voor de geleden schade bij het nakomen van hun contractuele verplichtingen onder de omstandigheden bepaald door de uitbraak van het coronavirus en de daaruit voortvloeiende inperkingsmaatregelen. Volgens de regeling hebben vervoerders recht op compensatie in de vorm van directe subsidies voor schade die is opgelopen tussen 15 maart en 31 augustus 2020. Nederland zal ervoor zorgen dat geen enkele individuele vervoerder meer schadevergoeding ontvangt dan hij aan schade heeft geleden en dat boven de werkelijke schade wordt verhaald.

De Commissie heeft de maatregel beoordeeld overeenkomstig artikel 107 (2) (b) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat de Commissie in staat stelt om door de lidstaten toegekende staatssteunmaatregelen goed te keuren om specifieke bedrijven of specifieke sectoren (in de vorm van regelingen) te vergoeden voor de schade die rechtstreeks is veroorzaakt door uitzonderlijke gebeurtenissen.

De Commissie is van mening dat de uitbraak van coronavirus als een dergelijke uitzonderlijke gebeurtenis kan worden aangemerkt, aangezien het een buitengewone, onvoorziene gebeurtenis is met aanzienlijke economische gevolgen. Hierdoor zijn uitzonderlijke interventies van de lidstaten ter vergoeding van de schade als gevolg van de uitbraak gerechtvaardigd.

De Commissie heeft vastgesteld dat de Nederlandse steunregeling schade zal vergoeden die rechtstreeks verband houdt met de uitbraak van het coronavirus. Het stelde ook vast dat de maatregel evenredig is, aangezien de beoogde vergoeding niet hoger is dan nodig is om de schade te vergoeden.

advertentie

De Commissie heeft daarom geconcludeerd dat de regeling in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.

Achtergrond

Financiële steun uit EU- of nationale fondsen die aan gezondheidsdiensten of andere openbare diensten wordt verleend om de situatie van het coronavirus aan te pakken, valt buiten het toepassingsgebied van staatssteuntoezicht. Hetzelfde geldt voor alle openbare financiële steun die rechtstreeks aan burgers wordt verleend. Evenzo vallen overheidssteunmaatregelen die beschikbaar zijn voor alle bedrijven, zoals bijvoorbeeld loonsubsidies en opschorting van betalingen van vennootschapsbelasting en belasting over de toegevoegde waarde of sociale premies, niet onder staatssteuntoezicht en is volgens de EU-staatssteunregels geen goedkeuring van de Commissie vereist. In al deze gevallen kunnen lidstaten onmiddellijk handelen.

Wanneer staatssteunregels van toepassing zijn, kunnen lidstaten ruime steunmaatregelen ontwerpen om specifieke bedrijven of sectoren te ondersteunen die lijden onder de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus, in overeenstemming met het bestaande EU-staatssteunkader. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een Mededeling over een gecoördineerde economische reactie op de COVID-19-uitbraak deze mogelijkheden uiteenzetten.

In dit opzicht bijvoorbeeld:

  • De lidstaten kunnen specifieke bedrijven of specifieke sectoren (in de vorm van regelingen) vergoeden voor de schade die rechtstreeks en door uitzonderlijke gebeurtenissen is veroorzaakt, zoals die veroorzaakt door de uitbraak van het coronavirus. Dit is geregeld in artikel 107, lid 2, onder b), VWEU.
  • Staatssteunregels op basis van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU stellen lidstaten in staat ondernemingen te helpen het hoofd te bieden aan liquiditeitstekorten en dringende reddingssteun nodig te hebben.
  • Dit kan worden aangevuld met tal van aanvullende maatregelen, zoals onder de de minimis Verordening en de algemene groepsvrijstellingsverordening, die ook onmiddellijk door de lidstaten kunnen worden ingevoerd, zonder tussenkomst van de Commissie.

In het geval van bijzonder ernstige economische situaties, zoals die momenteel door alle lidstaten en het VK worden geconfronteerd als gevolg van de uitbraak van het coronavirus, staan ​​de EU-staatssteunregels de lidstaten toe om steun te verlenen om een ​​ernstige verstoring van hun economie te verhelpen. Dit is geregeld in artikel 107, lid 3, onder b), VWEU van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Op 19 maart 2020 keurde de Commissie een tijdelijke staatssteunkader goed op basis van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU, om de lidstaten in staat te stellen de volledige flexibiliteit te gebruiken waarin de staatssteunregels voorzien om de economie te ondersteunen in de context van de uitbraak van het coronavirus. De tijdelijke kaderregeling, zoals gewijzigd op 3 april, 8 mei, 29 juni en 13 oktober 2020, voorziet in de volgende soorten steun die door de lidstaten kunnen worden verleend: (i) directe subsidies, kapitaalinjecties, selectieve belastingvoordelen en voorschotten betalingen; (ii) Staatsgaranties voor leningen die door bedrijven zijn aangegaan; (iii) Gesubsidieerde overheidsleningen aan bedrijven, inclusief achtergestelde leningen; (iv) waarborgen voor banken die staatssteun naar de reële economie kanaliseren; (v) openbare kortlopende exportkredietverzekering; (vi) steun voor onderzoek en ontwikkeling in verband met het coronavirus (O&O); (vii) Ondersteuning voor de bouw en opschaling van testfaciliteiten; (viii) steun voor de productie van producten die relevant zijn om de uitbraak van het coronavirus aan te pakken; (ix) gerichte steun in de vorm van uitstel van belastingbetalingen en / of opschorting van socialezekerheidsbijdragen; (x) gerichte ondersteuning in de vorm van loonsubsidies voor werknemers; (xi) gerichte steun in de vorm van eigen vermogen en / of hybride kapitaalinstrumenten; (xii) Ondersteuning van ongedekte vaste kosten voor bedrijven die te maken hebben met een omzetdaling in de context van de uitbraak van het coronavirus.

Het tijdelijke kader loopt tot eind juni 2021. Aangezien solvabiliteitsproblemen zich pas in een later stadium kunnen voordoen naarmate deze crisis zich ontwikkelt, heeft de Commissie voor herkapitalisatiemaatregelen deze periode alleen verlengd tot eind september 2021. Met het oog op Om de rechtszekerheid te waarborgen, zal de Commissie vóór die data beoordelen of het moet worden verlengd.

De niet-vertrouwelijke versie van het besluit komt beschikbaar onder zaaknummer SA.58738 in het worden gemaakt staatssteunregister op de Commissie concurrentie website zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost. Nieuwe publicaties van staatssteunbesluiten op internet en in het Publicatieblad zijn opgenomen in de State Aid Weekly e-News.

Meer informatie over het tijdelijke kader en andere maatregelen die de Commissie heeft genomen om de economische gevolgen van de coronaviruspandemie aan te pakken, is te vinden hier.

 

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending