Verbind je met ons

Brexit

Hof oordeelt in het voordeel van zaak over het vermogen van Groot-Brittannië om #Brexit ongedaan te maken

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.


Een juridische poging van anti-Brexit-activisten om vast te stellen dat Groot-Brittannië de Brexit eenzijdig zou kunnen terugdraaien, kreeg dinsdag (20 maart) een impuls van de hoogste rechtbank van Schotland, die zei de zaak diepgaander te willen onderzoeken.
schrijft Elisabeth O'Leary.

De groep achter de juridische uitdaging, waaronder pro-EU Schotse wetgevers, wil laten zien dat Groot-Brittannië toch in de Europese Unie zou kunnen blijven – als bijvoorbeeld de definitieve voorwaarden van de Brexit waarover de regering had onderhandeld, door het parlement zouden worden verworpen.

De campagnevoerders streven uiteindelijk naar een formeel advies van het Europese Hof van Justitie (HvJ), waarin wordt beweerd dat Groot-Brittannië zijn besluit zou kunnen terugdraaien om een ​​beroep te doen op Artikel 50 van het EU-Verdrag van Lissabon, de formele stap die het Brexit-proces op gang heeft gebracht.

Ze beweren dat zodra over de voorwaarden van de Brexit is onderhandeld, het Britse soevereine parlement wellicht zal besluiten om er niet mee door te gaan, dus wetgevers moeten van tevoren weten of dat juridisch mogelijk is.

De rechtszaak, geleid door anti-Brexit-campagneadvocaat Jolyon Maugham, was afgewezen door een lagere Schotse rechtbank.

De Britse regering voerde aan dat de vraag of Groot-Brittannië de Brexit eenzijdig zou kunnen tegenhouden niet relevant was, omdat de wil van de kiezers duidelijk was en de regering zich niet uit de Brexit zou terugtrekken.

Dinsdag vernietigde de Court of Session, het hoogste gerechtshof van Schotland, een eerdere uitspraak en zei dat de zaak belangrijke kwesties aan de orde stelde en dat er een volledige hoorzitting zou moeten plaatsvinden, zodat over alle argumenten kon worden gedebatteerd.

advertentie

“De vraag of het juridisch mogelijk is om de kennisgeving van intrekking in te trekken is, zoals reeds vermeld, van groot belang”, zei de Court of Session, verwijzend naar het Artikel 50-proces dat in maart 2017 begon.

“Aan de ene kant kan gezaghebbende begeleiding over de vraag of het juridisch mogelijk is om dit te doen het vermogen hebben om (wetgevers) te beïnvloeden bij het beslissen welke stappen moeten worden genomen voorafgaand aan en op het moment van een debat en stemming over de Europese Unie ( Intrekking) Wetsvoorstel.”

Zodra een volledige hoorzitting in Edinburgh heeft plaatsgevonden, zal er een beslissing worden genomen over de vraag of de zaak naar het HvJ moet worden verwezen, aldus de rechtbank, hoewel het uiteindelijk kan besluiten dat dit niet moet gebeuren.

Als de Schotse rechtbank besluit om niet naar het Europees Hof van Justitie te verwijzen, kunnen indieners in beroep gaan bij het Britse Hooggerechtshof.

Zij betogen dat, hoewel er geen twijfel over bestaat dat Groot-Brittannië de Brexit zou kunnen tegenhouden met toestemming van de andere 27 leden, het land moet proberen een wettelijk recht in te voeren om dit eenzijdig te doen, of de rest van het blok dat nu leuk vindt of niet.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.

Trending