Verbind je met ons

CO2 uitstoot

Uitstoot van broeikasgassen in de EU-economie: -5.3% in het tweede kwartaal van 2

DELEN:

gepubliceerd

on

We gebruiken uw aanmelding om inhoud aan te bieden op manieren waarmee u heeft ingestemd en om ons begrip van u te verbeteren. U kunt zich op elk moment afmelden.

In het tweede kwartaal van 2023 EU economie de uitstoot van broeikasgassen in totaal 821 miljoen ton CO2-equivalenten (CO2-eq), een daling van -5.3% vergeleken met hetzelfde kwartaal van 2022 (867 miljoen ton CO2-eq). In dezelfde periode, de EU bruto binnenlands product (bbp) bleef stabiel, met slechts een zeer kleine variatie (+0.05% in het tweede kwartaal van 2023, vergeleken met hetzelfde kwartaal van 2022). 

Deze informatie is afkomstig van gegevens op kwartaalramingen voor de uitstoot van broeikasgassen per economische activiteit die vandaag door Eurostat zijn gepubliceerd. Kwartaalschattingen van de uitstoot van broeikasgassen vormen een aanvulling op sociaal-economische kwartaalgegevens, zoals het bbp of de werkgelegenheid. Dit artikel presenteert een handvol bevindingen uit de meer gedetailleerde Statistics Explained-artikel over de uitstoot van broeikasgassen op kwartaalbasis.

Staafdiagram: Broeikasgasemissies per economie en bbp, miljoen ton CO2-equivalenten, ketengekoppelde volumes (2015), miljoen €, EU Q2 2020-Q2 2023

Bron dataset: env_ac_aigg_q en namq_10_bbp

In het tweede kwartaal van 2023 waren de economische sectoren die verantwoordelijk waren voor de meeste broeikasgasemissies ‘productie’ (23.5%), ‘huishoudens’ (17.9%), ‘elektriciteit, gasvoorziening’ (15.5%), ‘landbouw’ (14.3% ), gevolgd door 'transport en opslag' (12.8%). 

Vergeleken met het tweede kwartaal van 2022 daalde de uitstoot in 6 van de 9 economische sectoren. De grootste daling werd geregistreerd bij 'elektriciteit, gaslevering' (-22.0%). De belangrijkste sector waarin de emissies toenamen was ‘transport en opslag’ (+1.7%).

Broeikasgasemissies gedaald in 21 EU-landen 

In het tweede kwartaal van 2023 daalde de uitstoot van broeikasgassen in 21 EU-landen, vergeleken met het tweede kwartaal van 2022. Stijgingen werden geregistreerd in Malta (+7.7%), Letland (+4.5%), Ierland (+3.6%), Litouwen (+3.0%), Cyprus (+1.7%) en Kroatië (+1.0%). Van deze zes EU-leden kenden er vier een bbp-stijging: Malta (+3.9%), Kroatië (+2.6%), Cyprus (+2.2%) en Litouwen (+0.7%).

advertentie

De grootste reducties van broeikasgassen werden geregistreerd in Bulgarije (-23.7%), Estland (-23.1%) en Nederland (-10.3%).

Staafdiagram: Groeipercentages van de uitstoot van broeikasgassen door de economie en het bbp, verandering in % vergeleken met hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar, tweede kwartaal 2

Bron dataset: env_ac_aigg_q en namq_10_bbp

Van de 21 EU-leden die hun uitstoot hebben verminderd, noteerden er 10 een daling van hun bbp (Estland, Hongarije, Luxemburg, Zweden, Oostenrijk, Tsjechië, Polen, Finland, Duitsland en Nederland). Italië handhaafde zijn bbp op hetzelfde niveau als in het tweede kwartaal van 2022 en verlaagde zijn broeikasgasemissies. Tien EU-landen (Denemarken, Frankrijk, België, Slovenië, Slowakije, Bulgarije, Portugal, Spanje, Roemenië en Griekenland) zijn erin geslaagd de uitstoot te verminderen en tegelijkertijd hun bbp te laten groeien. 

Meer informatie

Methodologische opmerkingen

  • Metadata over de uitstoot van broeikasgassen per kwartaal 
  • Broeikasgassen veroorzaken klimaatverandering. Het zogenaamde ‘Kyoto-mandje’ van broeikasgassen omvat koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), stikstofoxide (N.2O) en gefluoreerde gassen. Ze worden uitgedrukt in een gemeenschappelijke eenheid, CO2-equivalenten, zoals gedefinieerd in het IPCC Fifth Assessment Report (AR5). 
  • De hier gepresenteerde gegevens zijn schattingen van Eurostat, met uitzondering van Nederland en Zweden, die hun eigen schattingen hebben verstrekt. De methodologie van Eurostat verschilt van de monitoring en rapportage van de uitstoot van broeikasgassen volgens de VN-regels, die jaarlijkse gegevens opleveren over de voortgang van de EU in de richting van haar doelstellingen. Een belangrijk methodologisch verschil is de toewijzing aan individuele landen van internationaal transport en de bijbehorende luchtemissies. Volgens de internationale schattingen omvatten de schattingen van Eurostat de internationale transportemissies in het totaal voor elk land Systeem van milieu-economische boekhouding (SEEA).
  • Het EU-inventaris is gebaseerd op jaarlijkse inventarisatierapporten van de lidstaten en wordt opgesteld en op kwaliteit gecontroleerd door het Europees Milieuagentschap namens de Commissie en elk voorjaar ingediend bij het UNFCCC. De periode waarop de inventarisatie betrekking heeft, begint in 1990 en loopt tot 2 jaar voor het lopende jaar (bv. in 2021 dekken de inventarisaties de uitstoot van broeikasgassen tot 2019). Volgens de Europese klimaatwet is de klimaatdoelstelling van de EU om tegen 55 een nettoreductie van -2030% en tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken.
  • EU-landen zijn verplicht hun emissies te monitoren volgens rapportageregels die zijn gebaseerd op internationaal overeengekomen verplichtingen in overeenstemming met de richtlijnen van het IPCC. De rapportage heeft betrekking op de uitstoot van zeven broeikasgassen uit alle sectoren: energie, industriële processen, landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF), afval, landbouw, enz. Als partijen bij het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs hebben de EU en de lidstaten jaarlijks aan de VN rapporteren over hun uitstoot van broeikasgassen ('broeikasgasinventarissen').

Als u vragen heeft, kunt u terecht op de contact pagina.

Deel dit artikel:

EU Reporter publiceert artikelen uit verschillende externe bronnen die een breed scala aan standpunten uitdrukken. De standpunten die in deze artikelen worden ingenomen, zijn niet noodzakelijk die van EU Reporter.
advertentie

Trending